Terug naar homepage

Maak kennis met Dana van ‘Pijn-in-beweging’

 

De multidisciplinaire pijnpraktijk ‘Pijn-in-beweging’ van Els (Van den Noortgate), die je vindt op het gelijkvloers van Labora in de annex, telt ondertussen heel wat medewerkers. Eén van hen is Dana – naast Els de tweede kinesitherapeut die de praktijk rijk is. Enkele dagen per week kan je haar vinden op Labora. Wie is Dana, wat doet ze precies? Waarom doet ze wat ze doet? En welke rol speelt Labora daarin?

  

De zachte aanpak

Zelfs wanneer je Dana niet kent, zal je haar op basis van deze beschrijving beslist herkennen: donker haar, een zachte stem en dito tred. Die zachtheid kenmerkt ook haar therapeutische aanpak, zo blijkt. ‘In 2005 studeerde ik af als kinesiste’, steekt Dana van wal. ‘Aanvankelijk wist ik niet precies welke richting ik uit wilde. Ik zocht naar therapievormen die lichaamsgericht en holistisch zijn. Die vind ik inspirerend omdat ze de eenheid van lichaam en geest benadrukken en omdat je als therapeut je cliënten op meerdere vlakken tegelijk kan behandelen. Zo kwam ik bij de Kritische Ontwikkelingsbegeleiding volgens Hendrickx terecht, een methode waarbij je via lichaamswerk o.a. ADHD (bij voornamelijk kinderen) probeert te behandelen. Ik zocht ondertussen verder om nóg zachter met patiënten te kunnen werken en besloot me bij te scholen in fasciatherapie. Dat is een vorm van manuele therapie die totaal niet dwingend is. Je beweegt bijvoorbeeld heel zacht en geeft zo het lichaam zijn propioceptie terug waardoor bewegingen vloeiender worden en angsten daarin verminderen. Stilaan heb ik zo mijn eigen plek gevonden: ik werk op dit moment uitsluitend met volwassenen, beoefen vooral fasciatherapie maar laat me voor sommige mobilisaties ook graag inspireren door mijn kennis van de Hendrickx-methode. In de toekomst kunnen daar ook baby’s bij komen maar daarvoor ben ik nog in opleiding.’ 

 

De kinesist als coach

‘Als fasciatherapeute heb ik ook een coachende taak’, gaat Dana verder. ‘Het doel van de therapie is leren waarnemen, inzicht krijgen en bewustwording. Ik help, bijvoorbeeld, mensen ontdekken wat hun stressoren zijn en hoe die een effect hebben op hun lichaam. Ik kan daar gespreksmatig op ingaan  – zoals ook een gesprekstherapeut zou doen – maar anders dan deze laatste vraag ik er niet verder op door maar probeer ik er lichamelijk rond te werken.’

‘Of’, zo vervolgt ze, ‘ik help mensen bewust te worden van de eigen aard van chronische pijn – van het feit bijvoorbeeld dat dit soort pijn niet direct meer gelinkt kan worden aan een kwetsuur op een bepaalde plek in het lichaam maar dat het een structureel probleem geworden is. Ik doe dus aan pijneducatie. Telkens ga ik daarbij heel ervaringsgericht te werk: het is door ervaringen dat ik mensen dit bewustzijn probeer bij te brengen. Wanneer mensen zelf ervaren dat ik een bepaalde plek niet mag aanraken terwijl daar geen kwetsuur is, sijpelt immers makkelijker het besef door dat de pijn niets te maken heeft met deze bewuste plek maar deel geworden is van een pijnsysteem. Fasciatherapie probeert mensen via de zachte aanpak te helpen om hun bewegingsangst te overwinnen zodat ze niet langer gefocust blijven op de pijn.’

  

De context bepaalt het werk

‘Het is bijzonder fijn werken in deze pijnpraktijk, op deze plek in Leuven’, vertelt Dana nog. ‘Het is enorm ondersteunend dat ik hier niet alleen werk, maar in een multidisciplinair team. Dat maakt immers dat als ik bijvoorbeeld een cliënt heb die moeite heeft met bepaalde facetten van de pijneducatie ik die persoon makkelijk kan doorsturen naar een collega die de problematiek vanuit een andere invalshoek aanpakt. Het doel van onze aanpak is, zoals gezegd, cliënten een ervaring laten opdoen waardoor ze inzicht krijgen in hun pijnproblematiek. Soms zijn ze daarvoor bij mij op de beste plek, maar soms ook niet en dan is het enorm helpend dat collega’s andere inrijpoorten kunnen aanbieden.’

                ‘Dat dit werk ook nog eens kan in dit gebouw is een bijkomende troef’, vult Dana aan. ‘Cliënten ervaren hier de rust en zeggen ons dat ook. Dat heeft zonder meer een positief effect op onze behandeling. Zelf vind ik het hier ook erg rustgevend: de hoge plafonds, de ruimte die je hier werkelijk overal voelt – het doet wat met een mens. Het is hier bovendien erg gezellig – in de eetkeuken bijvoorbeeld of op de broodjesmaaltijd. Ik vind het fijn om tijdens mijn pauzes eens naar buiten te kunnen gaan in het groen of snel een boodschap te kunnen gaan doen in een winkel in de buurt.’

  

Verzachten en vertragen

Hoe ontspan je eigenlijk zelf?, vraag ik tot slot. ‘Ik ben nogal een actieve’, antwoordt Dana. ‘Ik ontspan vooral door te bewegen. Met de jaren ervaar ik dat er zich daar ook een vertraging en verzachting doorzet. In plaats van snel en hard te lopen, hou ik nu van een lichte jogging, probeer ik bewuster en trager te bewegen. Iets op een zachte manier doen, het is zó belangrijk. Ik ben geen zitter’, gaat Dana verder, ‘maar tegenwoordig begint zelfs dat of een boek lezen ook te lukken. Aparte oefensessies met oefeningen uit de fasciatherapie zal je me echter thuis niet meteen zien doen’, besluit Dana. ‘Uiteraard vind ik oefenen en zacht bewegen van belang, maar ik integreer dat altijd in het gewone leven zelf. Als aparte oefening doe ik ze niet – en geef ik ze trouwens ook niet mee aan mijn cliënten. Geïntegreerd in het leven blijf je ze langer doen, worden ze gewoon een deel van je leven waardoor ze meer resultaat opleveren en de therapie dus succesvoller wordt.’

 

Ook behoefte aan meer inzicht in en bewustwording rond je lichaam én aan vertraging en verzachting: één adres, zou ik zeggen. 😊